Column Ernst – Verwachting – 17 juli 2025

Zo ontzagwekkend groot is het oppervlak van het eiland Terschelling nu ook weer niet. Bovendien gaat er een gerucht dat er een Waddeneiland bestaat, enigszins in de omgeving van ons eiland, dat een stuk groter is. Voor Terschellingers kan het dan lijken, als je daar zou zijn, alsof je niet op een eiland bent. Om je heen kijkend krijg je eerder het idee dat je in de Noordoostpolder terecht bent gekomen. Iemand vertelde me ooit dat je op de boot ernaar toe bijna niet eens een kopje koffie kunt bestellen en opdrinken, dan moet je er al weer af. 

Vorige week waren de archeologen van de Universiteit van Amsterdam en de VU, die elk jaar langs- komen, weer op ons eiland. Je herkende ze gemakkelijk. Ze houden zich vaak op in de buurt van een vers gegraven vierkante kuil, die door hen een put wordt genoemd. Waar kun je het beste zo’n kuil graven? Ook al is Terschelling dan niet erg groot, de vraag moet levensgroot zijn voor oudheidkundigen die graven. Dit jaar was Lies uitgekozen voor de kuilen. De vraag blijft: waar in Lies te beginnen met graven? De vraag wordt beantwoord, begreep ik, door een verwachtingsmodel te maken en een verwachtingskaart. Met behulp verschillende (historische) bronnen in combinatie met het huidige landschap wordt er een plaats uitgekozen. Daar wordt de spa in de grond gezet. Wat je dan vindt of niet vindt, dat blijft afwachten.

Zoeken, niet vinden, verliezen kan teleurstellend zijn. Hoewel niet alleen vinden, maar ook niet vinden een belangrijk resultaat kan zijn van een zoektocht. Epictetus was een vrijgekomen slaafgemaakte uit de Romeinse tijd. Zijn leerlingen stelden een Zakboekje van Epictus samen met uitspraken van hun leraar. Het bevat ‘wenken voor een juiste houding in uiteenlopende levenssituaties’. Zo lezen we: ‘Zeg nooit over iets of iemand: “Ik heb hem verloren,” zeg altijd: “Ik heb hem teruggegeven.”’

Handtekening Ernst